E-mail Rob

Terug naar de HOME-pagina
Archief april 2007

Mijn vader en ik – vervolg (29 april 2007)

(Voor degenen die hier rauw invallen. Het voorafgaande is te lezen in het archief Mijn vader, maar ik waarschuw: het is een lang verhaal en het wordt nog veel langer.)

Veertien jaar geleden solliciteerde ik bij het outplacementbureau Van Ede & Partners. Als je daar tot de sollicitatie was ‘toegelaten’, werd van je verwacht dat je een aanzienlijk deel van het standaard traject dat cliënten er volgden zelf deed, te beginnen met enkele psychologische tests en de zogenaamde zelfanalyse. Een heel lang opstel over jezelf, zeg maar, aan de hand van een tiental vragen. Het belangrijkste deel van die zelfanalyse is de vraag welke ‘achievements’ je gedurende de opeenvolgende perioden van zeven jaar van je leven hebt gehad. Ik was intertijd 46 en in mijn zelfanalyse staan (na een hoop gezwoeg, nadenken, herinneren, schrijven en herschrijven) vijftien achievements: hoogte- en dieptepunten, bijzondere momenten, levenssuccessen.

Een daarvan beschrijft mijn eerste leidinggevende functie in een betaalde baan. Dat speelde zich af op

Breinaald

Affiche  van de film Abortus, van breinaald tot politiek steekspel van Hillie Molenaar in opdracht van Stimezo.

mijn 31ste in 1977. Ik realiseer me nu pas dat dit gebeurde in dezelfde periode dat mijn vader overleed. Tot dat moment had ik mezelf (en anderen) veelvuldig bezworen dat ik nooit carrière zou maken, en al helemaal niet directeur worden. Maar het liep anders, het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Hieronder staat de exacte tekst die ik in 1993 schreef. Zo’n zelfanalyse kan ik iedereen van harte aanraden. Het is een bijzonder document, dat ik nog geregeld nalees. Ik heb het allemaal zelf geschreven, maar vaak vind ik er nieuwe elementen, waarvan ik me intertijd niet bewust was.

De Baas vervangen
In begin 1977 werkte ik op het landelijk bureau van Stimezo-Nederland, een samenwerkingsverband van abortuspoliklinieken. De directeur was Paul van Brederode, een jurist die, voordat hij in zijn eentje bij Stimezo begon, het Wetenschappelijk Bureau van de NVSH groot had gemaakt. Paul had mij aangenomen als assistent. Verder was er een secretaresse. Een tiental andere medewerkers, meest wetenschappers, werkten op freelance basis.

De lijn die Paul en Ruut Veenhoven (de voorzitter) hadden uitgezet was duidelijk: op basis van een Permanente Registratie van alle poliklinisch verrichte abortussen werd een imposant onderzoeksprogramma opgezet. Dit programma verleende legitimiteit aan de (nog steeds illegale) abortuspraktijk en was input voor de continue kwaliteitsverbetering ervan. In enkele jaren had Stimezo zich een naam weten te verwerven bij de Inspectie Volksgezondheid, bij politieke partijen en in de medische, wetenschappelijke en hulpverleningswereld. Ook de vrouwenbeweging stond achter ons. Het waren roerige tijden met Van Agt en de Bloemenhovekliniek en de behandeling in de Tweede Kamer van diverse wetsvoorstellen.

Paul, die altijd al een zwakke gezondheid had, werd plotseling in het ziekenhuis opgenomen. Het kon maanden gaan duren. Er werd besloten dat ik de leiding van het bureau zou waarnemen. Vanuit een vrij beschermde baan (verzorgen van publicaties, notuleren, ondersteuning van diverse overlegroepen en allerlei klussen) was ik opeens waarnemend directeur. Alleen had ik het niet gekund, want in feite was ik er nog niet klaar voor. Vooral het overleg met de inspectie en de medische wereld en politici zou ik niet alleen gekund hebben. Maar veel van het andere werk bleek ik (tot mijn eigen verwondering) wel te kunnen. Dit was het sturen en begeleiden van wetenschappelijk werk, overleg met allerlei groepen, secretariaat van het bestuur.

Alhoewel ik al eerder de leiding op me had genomen van diverse (meer alternatieve) initiatieven, was dit de eerste keer dat ik in de ‘officiële’ wereld de leiding had over een omvangrijk aantal projecten en lopende zaken. Ik ben er trots op dat ik het er goed heb afgebracht. Ik ben ik blij dat dit me ‘overkomen’ is, omdat ik leerde dat ik meer kon dan ik dacht. Kort erna besloot ik mijn studie te hervatten en binnen 2 jaar was ik bedrijfssocioloog.

Mijn vader en ik (29 april 2007)
Vorige week zou mijn vader negentig jaar zijn geworden, als hij niet dertig jaar geleden was overleden. Het wordt tijd dat hij een grafsteen krijgt.

grafsteen

Ontwerp van de voorzijde van een grafsteen van 40 x 18 cm in graniet door Fransje Berserik

Vannacht gedroomd (23 april 2007)
Flarden van verschillende dromen door elkaar. Een grote groep mensen in een donkere ruimte met muziek van de Velvet Underground, vloeistofprojecties op tafels en op de wanden, LSD-achtige sfeer. Maar ik ben helder en zie allerlei vrienden: Peter van Exel, Udo Roberti, Flip van der Giezen, Rik van Exter, Sylvain Lelarge en vele anderen. Ze zijn allemaal druk bezig in gekke kostuums, dansen, praten, films kijken. En we praten met elkaar.

Verdrietig ontwaakt: verloren vrienden die ik (waarschijnlijk) nooit meer zal zien. Verscheidene pogingen daartoe hebben dat wel duidelijk gemaakt. Het is nu eenmaal zo, je groeit nu eenmaal uit elkaar, of het is niet meer goed te maken…

TomTomToerisme (18 april 2007)

Sinds oktober vorig jaar zijn Hanneke en ik gelukkige autobezitters. Mijn vorige auto (een Citroën AK400) ging de laan uit toen ik 26 was, meer dan 34 jaar geleden. De laatste jaren reden we wel af en toe Greenwheels, handige huurauto´s voor korte ritten, in combinatie met elders een auto huren voor langere vakanties. Maar het werd toch allemaal te duur toen we besloten minder te gaan werken en meer te toeren in Europa.

Bij de Hyundai Getz kreeg je een laptop cadeau, maar die had ik al en mijn idee van vakantie was nu juist om minder achter de laptop en pc te zitten. Dus vroeg ik of er ook iets anders mogelijk was. Ja zeker, een TomTom 700 met het volledige Europese wegennet, van elk adres naar elk adres. Die auto is leuk, maar de TomTom (ik heb geen aandelen) maakt het pas echt heerlijk om te rijden. Geen gedoe meer met kaarten, geen gezoek en gezeik meer, niets van dat al. Zo´n gedienstige meerijder heb je nog nooit gehad, verrukkelijk.

Mijn laatste ontdekking is de ´Kortste route´. Als je een bepaald adres hebt ingegeven, vraagt Catherine, (In Frankrijk zijn we overgeschakeld van de Vlaamse Lucy op de perfect Frans sprekende Catherine) of ik de ´Snelste route`of de ´Kortste route´ wil. De eerste mogelijkheid is meestal van harte aan te bevelen ondanks dat het soms kilometers meer is. Maar als je echt onverwachte hoekjes en plekjes wilt ontdekken van de streek of stad waar je bent, is ´Kortste route´ een must. Waar die je al niet brengt. Zonder pardon rekent Catherine dan uit hoe de kortste route loopt, via elke denkbare weg, als het maar de kortste is.

Zo reden we vanochtend van ons vakantieadres in Normandië naar Veules-les-Roses en ontdekten de kortste rivier van Frankrijk (1.100 meter en nog snelstromend ook) met cressonkwekerijen en watermolens. Je moet wel redelijk goed kunnen rijden, want het gaat voornamelijk over supersmalle weggetjes, en als er dan een combine van tig meter breed komt aanrijden... Ook in Den Haag hadden we het al eens geprobeerd, dat leverde onverwachte kijkjes in wijken en straten die ik als Hagenaar nog nooit gezien had. Hier in het Normandische achterland gaat er ook een wereld voor ons open. TomTom, wat is het volgende cadeautje dat je me geeft?