|
|
|
|
Ik geef toe: Vaderdag, het zou toch leuk zijn als ... (26 mei 2008)
|
|
|
|
Ik ben een produkt van de jaren zestig. Vanaf die tijd heb ik me verzet tegen alles wat autoriteit en traditie was: regenten, Sinterklaas, verjaardagen en natuurlijk: Moeder- en Vaderdag. Dat was allemaal niks, zo heb ik mijn kinderen ook opgevoed. Allemaal commercieel gedoe, overgewaaid uit de Verenigde Staten, met beide handen aangegrepen door de commercie. En nu zit ik met de gebakken peren, want ik moet eerlijk bekennen dat ik toch steeds op elke Vaderdag de stille hoop heb (op z´n minst) opgebeld te worden of een mailtje te krijgen. Maar dat gebeurt niet of maar hoogst zelden. Logisch natuurlijk, als je je kinderen van meet af aan duidelijk hebt gemaakt dat je daar niet aan mee doet.
Gisteren waren we op het Franse Moederdagfeest bij mijn zus die, niet gestoord door linkse sympathieën, al jarenlang bij dit soort gelegendheden gezellige en druk bezochte feesten organiseert, samen met haar man Paul. Dat versterkt de familieband. Met speciale familietradities: als iedereen aanwezig is, worden de moeders, vier dit keer, op de bank gezet en komt een optocht van familieleden binnen met alle cadeaus, die plechtig worden overhandigd met veel zoenen en gelach: bloemen, planten, aardigheidjes, zelfgemaakte cadeautjes van de kinderen, huishoudelijke apparaten enz. En daarna... is het gewoon gezellig, er wordt gegeten, gedronken en heel veel gekletst, tot laat in de middag. Dan wordt afscheid genomen, en ook dat duurt lekker lang, want er blijkt nog van alles te bespreken. Wanneer is Vaderdag eigenlijk in Nederland? En ben ik dan al terug van vakantie?
|
|
|
|
MIN-5-sterren bungalow (15 mei 2008) Hanneke en ik verdienen inmiddels genoeg om vakantie te vieren in een vijfsterren-bungalow. Wat drijft ons dan te kiezen voor een locatie waar van alles ontbreekt volgens moderne recreatieve normen? Maar waar we ons toch veel gelukkiger voelen dan in Landall Greenparks.
Het paneeltje hiernaast, onder één van de ramen van het huisje (met prachtig uitzicht op de Middellandse Zee) geeft misschien een verklaring. Er valt hier wat te zien! Het is door Peter gebouwd, zo´n jaar of vijfentwintig geleden, met materialen die hier in de buurt voorradig waren. Afgebroken telefoonpalen, een ouwe bouwkeet, kozijnen van de sloop, lege bierflessen en een hoop beton. En dat paneeltje laat daar wat van zien. En van de kleuren die gebruikt zijn in de jaren erna. De klimop die zich een weg door het hout heeft proberen te vreten enz. enz.
De binnenkant van datzelfde paneel is nog interessanter. Het bevindt zich vlak naast de gootsteen. Er heeft zich hier een zwam kunnen vestigen die alle kieren in het hout bijna perfect heeft opgevuld. We zijn hier nu voor de derde maal, maar hadden het nog niet gezien. Hanneke dacht dat het een soort vulmiddel was, maar nadere inspectie leert dat het inderdaad een harde rubberachtige zwam is. Ook de bouwer zelf was erdoor verrast.
Het lijkt ons een prachtidee voor een nieuw revolutionair vulmiddel. Als de patenten wereldwijd gedeponeerd zijn, nemen we contact op met Alabastine, want dit is een gat in de markt ;-)
|
|
|
|
|
|
Ja, waarom willen we hier zijn? Zeker op een dag dat ik de, zich in het open veld bevindende, toiletpot moet gaan stutten, omdat Hanneke er gisteren bijna doorzakte, vraag ik me dat af. Toch is het huisje verder van alle gemakken voorzien, zoals een haakje voor mijn ochtendjas, een lectuurplank, eenprachtige wandkleed. En rechtsboven in beeld, een insectenbuitenzetdoosje, dat door Hanneke gebruikt wordt om duizend- en andere poten, teken en nog zo wat gedierte op humane wijze te verwijderen. In een vijfsterren bungalow (ik ben er een paar jaar geleden een keer geweest) vraag je je de hele dag af naar welke attractie je nu weer zult gaan. Hier hoeft dat niet. Alles is er al, echt alles... (en nog wat)
|
|
|
|
|
|
|
Lees Isaak Babel! (13 mei 2008) Een tijdje geleden hoorde ik een interview op het programma Cantina op Radio 6. Het ging over Isaak Babel, een Russische schrijver. Een kennis van de geïnterviewde had ambitie om schrijver te worden en kreeg het advies: “Lees Isaak Babel, en beslis daarna of je nog steeds wilt schrijven.” De man had het gedaan en… besloten geen schrijver te worden, maar in het reclamevak te gaan. Waarmee hij overigens een fortuin had verdiend. Reden genoeg om iets van Isaak Babel te lezen: Alle verhalen in 2001 verschenen bij Meulenhoff. Al na het eerste verhaal: De oude Schloime is duidelijk waarom de man het schrijverschap eraan gaf. Dit lijkt niet te evenaren.
Eerlijk zeg ik al jaren dat ik niet van korte verhalen houd, maar bij dit boek valt dat weg. Het zijn wel korte verhalen, maar allemaal impressies van dezelfde wereld: het Joodse leven in Odessa en omgeving (en een paar andere Russische steden) aan het begin van de vorige eeuw. Door al die verhalen leer je er steeds meer mensen kennen, families die wonen en werken: rijken, armen, schurken en boeven vooral en allerlei andere wonderlijke figuren. Beschreven in een stijl die ik niet kende. Wat het precies is, ik weet het niet. Ik had het boek nog niet uit, maar ben opnieuw begonnen, omdat ik me realiseerde te snel gelezen te hebben. Dat dit langzaam gelezen moeten worden en herlezen. Heel bijzonder zijn de beschrijvingen van luchten en hemels met zon of maan, zo wonderlijk en onwaarschijnlijk, en toch beeldend en direct voor te stellen.
Zoals de lentelucht van Odessa in het tweede verhaal Kinderjaren. Bij grootmoeder (in een verhaal dat hij zelf onpublicabel achtte). “De lucht is bij ons omstreeks die tijd niet van de stille mildheid die in Midden-Rusland boven een vredig beekje of een bescheiden dal zo weldadig aandoet. Er heerste bij ons een lichte, tintelende koude, een vleug van hartstocht die je een kille huivering bezorgde. Ik was in die tijd nog maar een kleine hummel, die nergens benul van had, maar ik onderging het voorjaar en de koele lucht deed me ontluiken en gaf me een rode kleur.” En, even verder: ”Het was avond geworden. Aan de hemel waren verre, gouden lichtpunten ontstoken. Onze binnenplaats – een diepe kooi – werd door de maan verblind.” Of in Mamma, Rimma en Alla: ”Aan de kim doofde een vlammende zonsondergang uit die de verre hemel in een helderrode gloed zette. Over de andere kant van de hemel hing een lichte schemering die zich langzaam verdiepte tot de nacht.”
Bij deze citaten zou je nog kunnen zeggen: zo bijzonder is dat nou ook weer niet. Maar dit zijn nog maar aanzetjes. (wordt vervolgd)
|
|
|
|
|