E-mail Rob

Terug naar de HOME-pagina
Archief september 2005

Netwerken werkt, als je het doet tenminste (30 september 2005)
Eind vorig jaar verscheen mijn boek
Netwerken werkt, op weg naar de baan die je wilt in de serie VolkskrantBanen. Sinds die tijd heb ik veel van mijn werk op het gebied van website-beheer afgestoten en concentreer me op het thema netwerken. Dat is meer dan genoeg. Vooral in de loopbaanadvieswereld is veel behoefte aan trainingen, omdat de loopbaanconsulenten zelf vaak niet veel meer (of nog minder) weten van netwerken dan hun cliënten. Een artikel hierover verschijnt vandaag of morgen in het blad Loopbaan, maar staat ook op de site van het boek.

Naamgenoten (27 september 2005)
Inmiddels heb ik me ingeschreven bij
www.naamgenoten.nl. En er is zelfs al een stukje verschenen over mijn (enigszins stilgevallen) zoektocht naar andere Rob(ert)s van Eeden (www.robvaneeden.com).
Het verhaal op
www.naamgenoten.nl is alleen te lezen voor mensen die zich hebben geregistreerd, onder het kopje Verhalen.
Misschien een reden dat maar eens te doen. Je weet maar nooit tot wat voor onverwachte ontmoeting dat kan leiden.
Hieronder, voor degenen die daar niet voor voelen, de tekst van het interview.

Rob van Eeden wereldwijd
Een paar jaar geleden werd bij Rob (59, Den Haag) de fascinatie gewekt voor mensen met precies dezelfde naam als hij: Rob van Eeden. Toen hij het plan opvatte om daadwerkelijk op zoek te gaan naar zijn naamgenoten, waren er mensen in Rob’s omgeving die suggereerden dat hij maar ’s langs de dokter moest! Hij ging via Internet op zoek naar zijn dubbele naamgenoten, en ontdekte er zowaar een aantal op verschillende plekken in de wereld.

Wat leek jou het meest bijzonder aan het ontmoeten van een dubbele naamgenoot?

Rob: "Het was (en is) een vreemd gevoel om mensen die je naamgenoot zijn (althans voor én achternaam) te ontmoeten. Ik heb dan ook een stuk of tien echte naamgenoten (Rob(ert) van Eeden gevonden, maar niet echt ontmoet.
Ik kan het niet goed uitleggen, maar het blijft op de een of andere manier trekken. Terwijl, als ik me voorstel dat we elkaar ontmoeten, ik ook niet zo goed zou weten wat ik dan verder moet."

Hoe reageerden de naamgenoten die je benaderd hebt?
Rob: "Hun reactie was altijd een beetje verbaasd, maar wel positief. Zo kreeg ik een heel leuke en lange brief uit Zuid Afrika, van een onderwijzer die precies dezelfde naam had. Hij reageerde heel positief en vertelde van alles over zijn leven daar. In de 17de eeuw is er een Van Eeden naar Zuid Afrika geëmigreerd en nu is het een veel voorkomende naam daar, en in Namibië ook."
Maar na het eerste contact met een andere Rob van Eeden bleek van beide kanten toch weinig aanleiding om het contact te verdiepen.

Ten tijde van je zoektocht waren er mensen die vonden dat je maar eens langs de dokter moest gaan, toen ze hoorden van het plan om naamgenoten te gaan zoeken...
Rob: "Mensen vragen zich af wat dat nou voor zin heeft, en daar hebben ze natuurlijk ook gelijk in, maar dit soort projecten leiden vast wel tot grappige of nuttige ontdekkingen, al was het maar een beetje meer kennis van iemand in Zuid Afrika en de geschiedenis van onze familie etc."

Een bijzondere ervaring vond Rob het ’vinden’ van een naamgenoot genaamd Robert van Eeden.
Rob: "Ik vond het vreemd en ontroerend een Robert van den Eeden te vinden die gestorven is op het slagveld van de Tweede Wereldoorlog. Door zoiets kom je even in contact met het echte leven van andere mensen. Het is dan wel een toevallige "ontmoeting" maar ook ik heb te maken met die oorlog..."

Weblog
Ook al denkt Rob dat alle Rob van Eedens niet meer met elkaar gemeen hebben dan hun naam, op zijn weblog kun je ook een gedeelte vinden waarop alle naamgenoten verzameld zijn die hij gevonden heeft.

Marseilleveyre (22 september 2005)
Ook met je neus er bovenop is het mooi.

Gedachten over geloof (22 september 2005)
Het is beangstigend dat, in deze ‘moderne’ tijd, veel mensen zich storten in of bezichhouden met ‘geloof’, in welke vorm dan ook. Terwijl het veel logischer zou zijn het geloof definitief af te zweren, daar is echt alle aanleiding toe.
Deze controversiële gedachte houdt me al bijna een jaar bezig, sinds mijn fietstocht naar Santiago de Compostela. We lijken bijna allemaal steeds maar op zoek naar een houvast buiten onszelf. Hebben we dan niet genoeg zekerheid (en informatie) om zelf de verantwoording voor ons leven op ons te nemen? Moeten we echt een god, of spiritualiteit, in ons leven halen om zinvol te leven? Persoonlijk ben ik er stellig van overtuigd dat dat helemaal niet nodig is. Dat je een prima leven kunt lijden met diepgang, menselijkheid, normen en waarden en wat dan ook, helemaal zonder geloof, god of wat dan ook.

Maar het lijkt wel of steeds meer mensen juist van het tegeldeel overtuigd raken. De kerken lopen dan wel leeg, maar we geloven toch nog wel in ‘iets’.
Het
‘Ietsisme’ (lees het artikel van Richard Engelfriet hierover) viert hoogtij. Het spannendste en meest aangrijpende boek dat ik in dit verband gelezen heb is La vie de Jeanne d’Arc van Anatole France, zo’n honderd jaar geleden geschreven. Een prachtig boek (1200 pag, dat wel), gelezen als een thriller, waar Dan Brown nog een puntje aan kan zuigen. Een van de eerste ‘debunking’-boeken, zoals historici dat noemen, boeken waarin met een bepaalde mythe, of geschiedkundige opvatting wordt afgerekend.
Het is allemaal nog wat te onrijp om hier uitgebreid over te melden, maar het voelt wel als een echt nieuw project, waarmee ik me wil bezighouden de komende tijd (jaren?).

Vannacht gedroomd (22 september 2005)
Ik sta aan de rand van een terrein waarop zich een soort kringloopcentrum bevindt. Allerlei mensen zijn bezig met het verplaatsen van goederen en spullen naar bakken en stapels. Hanneke (mijn echtgenote) werkt er en er werken ook veel psychiatrische patiënten. Ik ben me ervan bewust dat Hanneke een ‘grote ontdekking’ heeft gedaan. Steeds meer begeleiders/behandelaars, zoals zij, worden ook patiënt, worden ook ‘gek’, maar blijven wel in hetzelfde project werken. Hanneke heeft ontdekt dat ze niet echt gek worden, maar bewust ‘overstappen’, omdat ze het idee hebben dat je beter patiënt kunt zijn dan behandelaar. Patiënten behandelen elkaar veel menselijker, de wereld van de patiënten is veel warmer en aangenamer. En dat je - als prijs daarvoor - opgenomen wordt in een psychiatrische inrichting is niet erg, want het weegt makkelijk op tegen de nadelen van het zogenaamde gezonde leven.

Nu sta ik met Hanneke aan de rand van het terrein en kijk naar de mensen die er werken. Er is een jongere vrouw die steeds op een afstandje achter een oudere vrouw aanloopt. De oudere vrouw heeft grijs haar. Opeens zie ik dat de oudere vrouw weg is, de jongere vrouw loopt nog steeds door, achter iets aan lijkt het, maar dat kan ik niet zien. Dan zie ik de oudere vrouw aan de overhand van het terrein een heuvel oplopen, in de richting van een huis.

Ik kijk naar mijn handen en zie dat er een lange zwarte draad aan hangt, met aan het einde een naald. Hij zit - op de een of andere manier - goed vast aan mijn hand, maar het stoort me niet. Dan komt opeens die jonge vrouw van links aanlopen en ik zie dat ze achter een spin aanloopt en die spin steeds moeder noemt. De spin loopt over de grond en als ik naar beneden kijk, zie ik dat ze opeens in de zwarte draad klimt die aan mijn hand hangt. Snel gaat ze omhoog en wikkelt tegelijkertijd de draad op, met de naald erbij. Nu zit ze op mijn hand en trekt zicht steeds vaster, waardoor ze steeds strakker op mijn hand komt te zitten. De jonge vrouw gilt: “Moeder, moeder!” Ik begrijp dat ze de spin (ook) als haar moeder ziet.

Het wordt me nu een beetje te benauwd met die spin, die zich met naald en al in mijn hand lijkt te graven. En ik schud  met mijn hand, waardoor hij er af zal vallen, maar dat lukt niet. Met m’n andere hand durf ik niet hem eraf te schuiven, bang om me te steken aan de naald. Ik schud steeds harder met mijn hand.

En dan word ik wakker omdat Hanneke een gil geeft. Het gebeurt helaas wel meer dat droom en daad bij mij doorheen lopen. Het schudden met de hand heb ik niet alleen in mijn droom, maar ook in het echt gedaan. En ik heb tegen Hanneke aan liggen slaan met die hand. Hanneke weet - uit soms pijnlijke ervaring - dat ze me dan maar beter direct wakker kan maken.

Marseilleveyre (21 september 2005)

Daar zaten Hanneke en ik dus, de afgelopen weken, in een van de cabanons van Marseilleveyre, een minigemeenschapje, even ten oosten van Marseille. Met zo’n vijftien heel kleine huisjes, een restaurant, midden in de woeste natuur. Alleen te bereiken door 45 minuten te lopen/klimmen over rotsen en heuvels of met een bootje. Geen stromend of drinkbaar water, geen stroom. Minimaal, maar toch maximaal.

Op de terugweg in het vliegtuig (KL 1408 met afgekochte CO2 emissies via Greencard van Visa) nam ik een foto van de uitgedeelde snack, die inmiddels is ingediend bij www.airlinemeals.net, een ongelofelijke site met foto’s van zo’n beetje alle vliegtuigmaaltijden sinds tientallen jaren.

Klik hier naar Airlinemeals.net

Even pauze... (2 september 2005)
Omdat we tot de 20ste september op een plek zitten, waar geen stroom en telefoon mogelijk is, even pauze. Zie:
www.hannekevanveen.nl.
Alle eerdere berichten in dit blog zijn te vinden in het
archief